In het kader van taakherschikking heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op twee punten een aanpassing doorgevoerd in de registratieverplichting van artikel 23 lid 3 van de Regeling medisch-specialistische zorg. De eerste is dat de registratie van de zorgactiviteit op de juiste kwalificatiecode vastgelegd dient te worden, in plaats van op de individuele AGB-code van de zorgverlener. De andere wijziging is dat de registratieverplichting alleen geldt voor beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren (arts-assistenten uitgezonderd). Deze verplichting is vanaf 1 januari 2023 van toepassing.
Transparant
Sinds de invoering van integrale bekostiging per 2015 was het voor de medisch-specialistische zorg (msz) al mogelijk om de zorg te registreren op naam van de uitvoerende ‘beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert’. Hieronder vallen ook de PA en VS (zie figuur 1). Hiermee heeft de NZa de bevoegdheden op grond van de Wet BIG voor de PA en VS vertaald naar bevoegdheden tot registratie van zorg.

Uit signalen die de NZa kreeg, bleek echter dat niet alle zorgaanbieders en zorgverleners wisten dat dit was toegestaan. Ook bleek dat de registratie niet correct werd toegepast of geïmplementeerd. Data-analyse bevestigde dat de inzet van de PA en VS nauwelijks transparant was (zie figuur 2). Dit was aanleiding om de registratieverplichting aan te passen.
Passende zorg
Taakherschikking draagt bij aan Passende Zorg. Passende Zorg richt zich met name op het bieden van zorg die voor de patiënt waarde toevoegt, die samen met en rondom de patient wordt ingericht. Het zorgaanbod is dichtbij waar het kan, op afstand waar het moet met meer aandacht voor gezondheid en zelfredzaamheid van de patiënt (zie figuur 3).


Om best practice voorbeelden op het gebied van taakherschikking met het veld te kunnen delen, is inzicht nodig in de vraag wie welke zorg levert. Deze gegevens dragen bij aan de verdere ontwikkeling van beleid rondom taakherschikking, aan een goede samenwerking van de PA en VS met onder meer artsen en aan het faciliteren van de cruciale rol die de PA en VS spelen in de principes van Passende Zorg.
Door inzicht te verkrijgen in wie de zorg levert, wordt duidelijk op welke momenten in het zorgproces de physician assistant en de verpleegkundig specialist worden ingezet en welk deel van de zorg zij verlenen. Deze registratieverplichting ligt centraal bij de zorgaanbieder waar de PA en VS werkzaam zijn. De eenmalige koppeling aan de juiste kwalificatiecode wordt uitgevoerd door de zorgadministratie van de zorgaanbieder. Het transparanter krijgen van het aandeel in de zorg door de PA en VS draagt bij aan het versterken van zeggenschap voor de PA en VS als partners in het zorglandschap.
Kwalificatiecode
De registratieverplichting geldt binnen de medisch specialistische zorg voor alle beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren. Naast de PA en VS, geldt dit dus ook voor de medisch specialist. Op de NZa-website hebben we een vraag- en antwoordpagina opgenomen voor het registeren van medisch specialistische zorg op kwalificatiecode. De volgende vragen komen hier onder meer aan bod:
- Wat betekent de term ‘beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert’?
- Wat is een kwalificatiecode?
- Waar kan ik de kwalificatiecode vinden?
- Hoe leg ik de kwalificatiecode vast?
- Hoe wordt de kwalificatiecode aangeleverd?
Handleiding
Informatie over het openen en sluiten van zorgtrajecten en subtrajecten door de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, is onder meer te vinden in hoofdstuk I (zorgtrajecten) en hoofdstuk II (subtrajecten) van de Regeling medisch-specialistische zorg (NR/REG-2403a). Hoofdstuk III (zorgactiviteiten) van deze Regeling bevat de algemene en aanvullende registratiebepalingen van zorgactiviteiten.
Daarnaast geeft de Handleiding dbc-systematiek een duidelijk overzicht met onder meer een introductie over de dbc-systematiek, informatie over het registreren van zorg en vastleggen gegevens en aanwijzingen hoe zorg wordt samengevat en wordt afgeleid voor declaratie of facturatie.
Het transparanter krijgen van het aandeel in de zorg door de PA en VS draagt bij aan het versterken van zeggenschap voor de PA en VS als partners in het zorglandschap.
Monitoring en toezicht
De NZa monitort de registratie van zorgactiviteiten die via het dbc-informatiesysteem (DIS) worden aangeleverd. Eind 2024 zal het aandeel van zorg door de PA en VS transparanter worden. In de loop van 2025 wordt het beeld volledig duidelijk. Dat dit enige tijd kost, ligt aan de doorlooptijd van de dbc-systematiek, het openen (en sluiten) van zorgtrajecten en vervolgtrajecten, het aanleveren van de gegevens en de data-analyse die aansluitend mogelijk is. Ook het al dan niet op correcte wijze registreren op kwalificatiecode speelt een rol. Een evaluatie van deze registratie zal gedeeld worden met de betrokken veldpartijen. Door de registratieverplichting kan de NZa toezien op de uitvoering hiervan. Zij kan zorgaanbieders aanspreken op significante verschillen in registratie tussen de PA of VS en medisch specialisten. Waar nodig kan de NZa handhavingsmaatregelen nemen.
Praktijkvoorbeelden
Intercollegiaal consult
Tijdens een ziekenhuisopname wordt de PA interne geneeskunde gevraagd voor een intercollegiaal consult (icc) op verzoek van een ander medisch specialisme: longgeneeskunde. De PA ziet de patiënt en voorziet de aanvrager van advies. Er is geen noodzaak de behandeling over te nemen of mee te behandelen.
Uitwerking: De PA registreert hier zorgtype 13 (ZT13) voor het icc. Dit is een kortdurend contact met een patiënt op verzoek van een ander medisch specialisme tijdens een ziekenhuisopname. Dit kan een contact zijn om een diagnose te stellen of de patiënt ergens op te screenen. Bij een icc open je altijd een nieuw zorgtraject met maximaal één subtraject met ZT13. De zorgactiviteitcode voor een icc is 190119. Het door de PA in het EPD geregistreerde zorgtraject met ZT13 en zorgactiviteit 190119 wordt ‘achter de schermen’ automatisch gekoppeld aan kwalificatiecode 5700 (= de kwalificatiecode van een PA).
Polikliniekbezoek
De PA ziet de patiënt in de tweede lijn na verwijzing door de huisarts naar de atriumfibrillerenpolikliniek. Dit betreft een poli sneldiagnostiek. Het beleid van de PA op basis van de diagnostiek is aanpassing van medicatie ter behandeling atriumfibrilleren, met een controleafspraak over vier weken. PA bespreekt eind van de ochtend de diagnostiek en het behandelplan met de patiënt. De medisch specialist geeft aan bij nabespreking zich aan te sluiten bij dit beleid.
Uitwerking : De PA opent en typeert het dbc-zorgtraject (ZT11) bij de nieuwe zorgvraag atriumfibrilleren en registreert een ‘eerste polikliniekbezoek’ met zorgactiviteitcode 190060. Het tweede gesprek is een ‘herhaal-polikliniekbezoek’ met zorgactiviteitcode 190013. ‘Achter de schermen’ wordt dit correct gekoppeld aan de kwalificatiecode van de PA (5700).
Tekst: Aliënde van Goor, jurist gezondheidsrecht en beleidsmedewerker directie Regulering, unit Medisch-specialistische zorg, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht.
Lisa van Bentum, beleidsmedewerker directie Regulering, unit Medisch-specialistische zorg, Nederlandse Zorgautoriteit, Utrecht.
Bron: NAPA Magazine nr. 25, november 2024
Heb je vragen over juridische onderwerpen? Stel ze aan het Juridisch Loket! Mail je vragen of opmerkingen naar bureau@napa.nl.
Reacties
Log in en reageer