Lindsay Vercoulen en Kim Baltussen werken als PA inde radiotherapie en Michiel Lagerweij is PA interventieradiologie. Dat zijn twee zeer specialistische vakgebieden die volop in ontwikkeling zijn. Hoog tijd dus voor een kennismaking met deze PA’s en hun werk.
Bij radiotherapie worden (kwaadaardige) cellen met straling gedood. De bestraling kan van buiten het lichaam komen, maar ook inwendig worden toegepast: brachytherapie. De arts die verantwoordelijk is voor de bestraling is een radiotherapeut. Hij wordt daarbij ondersteund door radiotherapeutische laboranten. Ook PA’s dragen hun steentje bij. Zoals Lindsay Vercoulen en Kim Baltussen die bij Maastro in Maastricht werken. Beiden begonnen hun carrière als radiotherapeutisch laborant. Hun taken als PA zijn grotendeels gelijk aan die van de radiotherapeuten. Het verschil is dat de PA’s binnen Maastro niet het gehele palet aan patiëntcategorieën behandelen. En voor het bestralingsplan hebben ze officieel goedkeuring van een radiotherapeut nodig, want het toedienen van ioniserende straling is een voorbehouden handeling.
Het bestralingsplan
De behandeling van een patiënt start nadat hij is verwezen door een huisarts of een specialist. Hij wordt eerst gezien op de poli, waar de behandeling en mogelijke bijwerkingen worden besproken. Nadat de laboranten een CT van het te behandelen gebied hebben gemaakt, markeren Vercoulen en Baltussen het te bestralen gebied. Dit wordt altijd nog gecontroleerd door een arts of een tweede PA. De laboranten berekenen vervolgens hoeveel bestraling nodig is. Het bestralingsplan wordt door een radiotherapeut of de PA samen met een radiotherapeut goedgekeurd.
Alle patiënten worden besproken binnen het gehele team. Complexe patiënten kunnen voorafgaand aan het spreekuur met een radiotherapeut of binnen het team worden voorbesproken. Nacontrole van patiënten door de PA kan kortdurend zijn (tot enkele maanden na de bestraling) of langdurig zoals bij hematologiepatiënten. Vercoulen vertelt: ‘Het eerste jaar zijn er enkele controles en daarna jaarlijks. Na vijf jaar komen patiënten in aanmerking voor de late-effectenpoli. De follow-up van hematologiepatiënten is met name gericht op bijwerkingen, de oncologische follow-up doet de hematoloog. Bijwerkingen zijn bijvoorbeeld cardiologische toxiciteit bij het bestralen van het mediastinum. Als de schildklier in het bestralingsveld ligt, kan er hypothyreoïdie ontstaan, dan volgt jaarlijks bloedonderzoek. Patiënten met hodgkinlymfoom zijn vaak jong met een goede prognose. Ze hebben nog lang te leven, maar ze hebben daarom ook lang de tijd om bijwerkingen te krijgen.’
Vercoulen en Baltussen zijn op hun plek binnen de radiotherapie. ‘Ik vind het leuk dat ik mensen iets kan bieden aan begeleiding tijdens, voor en na de bestraling. Zeker als we mensen palliatief behandelen bijvoorbeeld bij bloedingen of pijn, waarbij de bestraling een goed effect heeft gehad. Het geeft voldoening dat je iets voor die mensen hebt kunnen doen’, aldus Baltussen.
Dit is echt helemaal mijn afdeling, dit vind ik heel leuk om te doen
Ondergeschoven kind
Ook de interventieradiologie is nog een ondergeschoven kind. ‘Als studenten coschappen gaan lopen, verbazen ze zich over het vakgebied en wat er allemaal gebeurt, wat wij kunnen. Huisartsen verwijzen nooit direct naar de interventieradioloog; ze hebben geen flauw idee wat wij allemaal doen’, aldus Michiel Lagerweij, die als PA interventieradiologie in het Amsterdam UMC werkt.
De interventieradiologie houdt zich vooral bezig met minimaal invasieve beeldgestuurde behandelingen, dus onder geleide van een echo, CT, MRI of angiografie. Zo verricht de interventieradioloog onder meer neuro-interventies (embolisatie van aneurysmata en arterioveneuze malformaties), oncologische behandelingen (ablaties, chemobehandelingen), drainages van abcessen en embolisatie van tumoren en bloedingen. Door de snelle ontwikkelingen in de verschillende technieken breidt dit specialisme zich in razendsnel tempo uit.
Lagerweij voelt zich bij de interventieradiologie als een vis in het water. Nadat hij omzwervingen heeft gemaakt als vrachtwagenchauffeur, laborant en teamleider is hij uiteindelijk in opleiding gegaan tot PA. Maar de ambitie stopte daar niet, onlangs is hij een promotietraject gestart. Het eerste onderzoeksvoorstel is bijna afgerond: ‘Dit gaat over centrale lijnen bij neonaten en kleine kinderen. Dit gebeurt nu meestal via oppervlakkige venen. Die lijntjes zijn dun, 1 of 2 french, heel fragiel en vaak lastig te plaatsen. Daarom heb ik het plaatsen van centrale lijnen geïntroduceerd, deze worden getunneld geplaatst via de v. brachiocephalicae. Hierdoor zijn ze minder gevoelig voor infecties en is er minder kans op luxatie. De dikkere en power injectable lijn gaat langer mee en verstopt niet snel. Dit gaat geweldig, we hebben ongeveer zeventig patiënten op deze manier met succes behandeld. De lijnen behalen – vergeleken met de standaardmethode – significant vaker het einde van de therapie. Je moet wel handig zijn met echo en lijnen. De hele kleintjes hebben kleine vaatjes en je prikt vlak langs de pleura, je kan makkelijk een pneumothorax veroorzaken.’
Naast het promotieonderzoek heeft Lagerweij veel taken. ‘Ik doe de organisatie qua planning, ik draag het dienstsein waarop gebeld wordt van binnen en van buiten de kliniek. Ik bespreek samen met de planners waar en hoe de procedures worden ingepland. Daarnaast begeleid ik patiënten met bijvoorbeeld ALS. Ook permanente nefrodrains en voedingssondes moeten periodiek gewisseld worden. Als laatste de veneuze toegang, dit is een groot aandachtsgebied geworden. Dit is echt helemaal mijn afdeling, dit vind ik heel leuk om te doen.’
Bovenstaande illustreert hoe ontzettend interessant beide vakgebieden zijn en hoeveel voldoening ze geven aan degenen die er werkzaam zijn. Vercoulen voegt daar nog aan toe: ‘Dus voor de PA’s die nog zoekende zijn, radiotherapie is harstikke leuk!’ •
tekst Shanna Rijke, physician assistant orthopedie, contact: shannarijke@gmail.com
beeld Getty Images
Reacties
Log in en reageer