Waarom doe je onderzoek naar de man-vrouwverschillen in de zorg?
‘Vanuit de overheid en de maatschappij is er steeds meer vraag naar en aandacht voor gendersensitieve zorg. Veel mensen denken dan automatisch aan zorg voor transgenders en genderdiverse personen. Maar met gendersensitieve zorg wordt passende zorg voor iedereen bedoeld, met oog voor het gender en geslacht van de patiënt. Daarbij verwijst ‘geslacht’ naar het biologische aspect van het man of vrouw zijn en ‘gender’ naar het maatschappelijke aspect. Deze begrippen worden vaak door elkaar gebruikt, maar ze verschillen wel degelijk.’
‘ZonMw (zie hieronder) is een gender- en gezondheidsprogramma gestart om meer onderzoek te doen naar gezondheidsverschillen tussen onder andere mannen en vrouwen. Dit promotieonderzoek valt daar ook onder.’
ZonMw is een financieringsorganisatie van innovatie en onderzoek in de gezondheidszorg, zoals bijvoorbeeld zorgevaluatie. Ze beheert circa negentig subsidieprogramma’s op de gebieden wetenschap en innovatie, preventie, zorg en welzijn en kwaliteit en doelmatigheid.
Wat houdt het promotieonderzoek in?
‘Het onderzoek focust op de verschillen tussen mannen en vrouwen ten aanzien van veelvoorkomende lichamelijke klachten. Dit zijn klachten die iedereen weleens ervaart en die spontaan kunnen komen en gaan. Denk aan hoofdpijn, buikpijn, duizeligheid, vermoeidheid of misselijkheid. Vragen binnen mijn promotieonderzoek zijn bijvoorbeeld: Ontstaan klachten vaker bij mannen of bij vrouwen? Houden klachten langer aan bij mannen of vrouwen? Zoeken mannen of vrouwen vaker hulp bij de huisarts voor hun lichamelijke klachten? Zijn er verschillen in hetgeen de huisarts doet wanneer mannen en vrouwen met lichamelijke klachten op het spreekuur komen? Is de toegepaste diagnostiek even effectief? Het is het eerste onderzoek in Nederland dat naar deze verschillen kijkt.’
Wie is Aranka Ballering?
Aranka is PhD-studente aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet promotieonderzoek naar de associatie tussen geslacht, gender en veelvoorkomende lichamelijke klachten. Ze onderzoekt onder meer geslachts- en genderverschillen in de prevalentie van veelvoorkomende klachten, het hulpzoekgedrag, het diagnostisch traject en de effectiviteit van diagnostiek voor deze klachten. Aranka heeft een bachelor’s degree in health en life sciences, een master in biomedische wetenschappen en een master in global health. Zij hoopt begin 2024 ze te promoveren. Aranka Ballering was vrijdag 13 oktober keynotespreker op het PA Invest Jaarcongres.
Hoe is het onderzoek opgebouwd?
‘Het promotieonderzoek is een ‘mixed method’-onderzoek dat bestaat uit meerdere kwantitatieve epidemiologische deelonderzoeken. De deelonderzoeken volgen het ziektetraject van mensen met lichamelijke klachten, vanaf het ontstaan van klachten tot een eventuele diagnose. Daarbij heb ik gebruikgemaakt van diverse databases, waaronder Lifelines uit Groningen. Dat is een algemeen populatiecohort waarin de gegevens van ongeveer 10 procent van de bewoners uit de noordelijke provincies zijn verzameld. En daarnaast ook van FaMe-Net, een database met een groot patiëntencohort uit de eerste lijn.’
Wat zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek?
‘Er is veel verschil tussen het ziektetraject van mannen en dat van vrouwen. Veelvoorkomende lichamelijke klachten komen bij vrouwen vaker voor en houden langer aan dan bij mannen. Vrouwen zoeken ook vaker hulp. Dit hangt samen met geslacht, dus met lichamelijke factoren, maar ook andere factoren, zoals gender, hebben invloed.’
‘De verwachting vooraf was dat er bij medische interacties verschil is in taalgebruik tussen mannen en vrouwen. Eerder onderzoek liet echter zien dat dit nagenoeg niet het geval is. Gender- en geslachtsverschillen in onderbrekingen tijdens medische interacties zijn in meer detail onderzocht. Vrouwelijke patiënten hebben tijdens het gesprek bij de huisarts vaker intrusieve ofwel negatieve onderbrekingen dan mannelijke patiënten. Bijvoorbeeld door het onderwerp te veranderen of door de beurt in het gesprek over te nemen. Het geslacht van de huisarts was daarop niet van invloed.’
Welke verschillen zijn nog meer opgevallen?
‘Er bestaan nogal wat vooroordelen over het taalgebruik van vrouwen en mannen. Mensen menen te weten wat typisch mannelijk of typisch vrouwelijk taalgebruik is. Uit het onderzoek bleek echter dat bij het lezen van een transcript van het consult niet kan worden opgemaakt of iemand man of vrouw is.’
‘Verder is er verschil in wat een huisarts doet tijdens een consult bij mannen of vrouwen. Bij mannen met lichamelijke klachten wordt vaker lichamelijk onderzoek gedaan of volgt een verwijzing naar de tweede lijn. Vrouwen daarentegen krijgen vaker laboratoriumonderzoek. Het geslacht van de huisarts zou hierbij een rol kunnen spelen, maar dit is in het onderzoek niet meegenomen. Uit de literatuur blijkt wel dat vrouwelijke huisartsen bij vrouwen vaker een uitstrijkje verrichten of preventieve geneeskunde aanbieden dan mannelijke huisartsen.’
Uit het onderzoek blijkt verder dat het verschil in diagnostische interventies ertoe bijdraagt dat vrouwelijke patiënten vaker een symptoomdiagnose krijgen dan mannelijke patiënten. Een klacht blijft bij vrouwen dus vaker een klacht, in plaats van dat er een ziektediagnose gesteld wordt. Het is lastig om aan deze uitkomst harde conclusies te verbinden, want dit verschil is niet per se fout en geen indicator van betere of slechtere zorg. Het is echter wel een opvallend verschil.’
Waar ben je tegenaan gelopen tijdens het promotieonderzoek?
‘Het viel tegen om het sociale gedeelte van het man of vrouw zijn te vangen in onderzoek. Wat verwacht iemand of wat verwacht de maatschappij op basis van het feit dat iemand man of vrouw is? Dat is lastig in cijfers om te zetten. Het was dan juist weer heel leuk om dit onderzoek te delen met verschillende doelgroepen. Want iedereen heeft een idee over mannen en vrouwen en de verschillen daartussen, iedereen heeft met de zorg te maken en iedereen heeft een mening.’
Wat is de belangrijkste boodschap?
‘Het belangrijkste is zorgverleners bewust maken van het feit dat er zoiets bestaat als gender en geslacht en dat dit van invloed is op iemands gezondheid.’
Heb je nog ambities voor de toekomst?
‘Mijn droom is om in dit onderzoeksveld te blijven werken. Ik vind het erg interessant hoe mensen denken over mannen en vrouwen en hoe het stigma dat soms rondom lichamelijke klachten hangt tot stand komt. Daar zou ik in de toekomst meer op willen focussen!’
tekst Petra van Houten-Ruijters, MPA (petravanhouten@gmail.com)
beeld David Lok
Bron: NAPA Magazine nr. 23, oktober 2023
Reacties
Log in en reageer