Wat wordt verstaan onder medische handelingen?
Handelingen die ten aanzien van een patiënt kunnen worden gedaan kunnen worden onderscheiden in voorbehouden handelingen en overige handelingen. Het begrip ‘handelingen’ is ruim. Ook het stellen van een diagnose, het indiceren voor een bepaalde operatie of het ingrijpen als het mis dreigt te gaan wordt beschouw als handelingen. Ook nalaten om te handelen geldt als zodanig. De wet zegt dan ook dat niet alleen handelen onrechtmatig kan zijn, maar ook het nalaten om te handelen.
Uitvoeren handelingen
Om medische handelingen uit te mogen voeren moet de PA bekwaam en bevoegd zijn om de handelingen uit te mogen voeren.
Bekwaam
Als je bekwaam bent voor een bepaalde handeling betekent dit dat je de hiervoor vereiste papieren hebt en dat je de juiste vaardigheden beheerst om de handeling uit te voeren. Je voert de handeling regelmatig uit, hebt inzicht in de effecten van de handeling en kennis van de anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam. Bovendien heb je je verdiept in de persoon waarbij je de voorbehouden handeling gaat uitvoeren. Je kunt de handeling uitvoeren conform de professionele standaard.
Heb je langer dan 5 jaar een handeling niet meer verricht dan ben je niet meer bekwaam. Je zult je dan onder begeleiding eerst weer de handeling eigen moeten maken. Heb je dit gedaan dan ben je weer bekwaam. Behalve de theoretische kennis moet je dus ook de praktische vaardigheden bezitten en behouden om de handeling uit te mogen voeren. ( bron: https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/144805-verschil-tussen-bekwaam-en-bevoegd-in-de-gezondheidszorg.html)
Bevoegd
Je bent bekwaam in het uitvoeren van een bepaalde handeling, maar mag je de handeling ook zelfstandig uitvoeren? Dit is de kern van het begrip “bevoegdheid”.
In de wet BIG staan een aantal voorbehouden handelingen, die door de PA zelfstandig mogen worden uitgevoerd, in die zin dat hij of zij daar zelfstandig toe bevoegd is..
De wet stelt aan deze bevoegdheid randvoorwaarden op:
- handelingen die vallen binnen je deskundigheidsgebied;
- handelingen van een beperkte complexiteit;
- routinematige handelingen;
- handelingen waarvan de risico’s te overzien zijn;
- handelingen die worden uitgeoefend volgens landelijk geldende richtlijnen, standaarden en daarvan afgeleide protocollen
Deze randvoorwaarden biedt in de praktijk ruimte: wat valt er onder beperkt complex, is het risico te overzien etc. Dit kan afhankelijk zijn van bijvoorbeeld de werkomstandigheden en van het individu: locatie, voorzieningen, vaardigheden, etc.
De werkgever is eindverantwoordelijk voor de zorgverlening binnen een zorginstelling en kan beperkingen aanleggen in de bevoegdheid van een PA. Dit kunnen beperkingen zijn in de voorbehouden handelingen, maar ook in de “overige handelingen”. Een PA oefent een ondersteunend beroep uit. In het verlengde van de werkgever, kunnen de beperkingen ook worden aangelegd door medisch specialisten met wie wordt samen gewerkt.
Supervisie
In de praktijk wordt het woord supervisie veel gebruikt en wordt toegepast in verschillende situaties. Soms in de betekenis van “even overleggen”, soms in de verlengde arm waarbij handeling wordt uitgevoerd in opdracht van, reflecteren etc.
In de wet wordt onder supervisie bedoeld dat de arts-specialist aan een PA zo nodig aanwijzingen geeft, zo nodig toezicht houdt en de mogelijkheid tot tussenkomst voldoende is verzekerd. Dit begrip is slechts aan de orde indien het gaat om voorbehouden handelingen die door een PA niet-zelfstandig mogen worden verricht , dat wil zeggen in opdracht van een arts. In dat geval gelden de vereisten van “supervisie”. Deze supervisie wordt dan gegeven door een persoon die daar wel, conform de wet BIG, toe bevoegd is.
In de praktijk wordt ook over supervisie gesproken wanneer een PA nog niet bekwaam is in het uitvoeren van een bepaalde handeling conform de professionele standaard, maar deze vaardigheid aan het aanleren is. Indien er nog geen voldoende bekwaamheid is en die bekwaamheid als het ware moet worden gecreëerd dan spreekt de wet spreekt hier echter niet over supervisie, maar over zodanige aanwijzingen, toezicht en tussenkomst, dat bekwaamheid wel wordt bereikt. In de praktijk is het woord “supervisie” echter in deze situatie wel gebruikelijk. Supervisie hoeft daarbij niet per se door een arts te worden gegeven, maar kan gegeven worden door een persoon die al bekwaam is in het uitvoeren van de betreffende handeling.