Veelgestelde vragen Opleiding PA

Afbeelding voor Veelgestelde vragen Opleiding PA

Veelgestelde vragen over opleiding tot PA

  • U moet een erkende HBO gezondheidszorgopleiding hebben gevolgd. Hieronder vallen:

    – HBO-verpleegkunde of Fysiotherapie
    – Verloskunde
    – Logopedie
    – Ergotherapie
    – Podotherapie
    – Laborant Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT)
    – Voeding en diëtiek
    – Oefentherapie Caesar
    – Huidtherapie
    – Bachelor Medische Hulpverlening

    Toelating via assessment:
    – Verpleegkundige A opleiding (tot 1994)
    – Operatieassistent
    – Anesthesiemedewerker

  • Verreweg de meeste PA’s in opleiding stromen binnen hun instelling in omdat er vanuit de werkgever is besloten om met PA’s te gaan werken. Enkelen weten op eigen kracht een werkgever te vinden en weer anderen reageren op een vacature en komen zo aan hun opleiding. Helaas is het (nog) niet zo dat er een database is waarin werkgevers en kandidaten worden gematcht. Het is in elk geval nuttig om contact te maken met een van de Hogescholen. Heb je een mogelijke werkplek gevonden die is geïnteresseerd in het starten met PA’s, dan kan er contact plaatsvinden met de hogeschool voor de nodige voorlichting.

    Je kunt ook kijken naar de vacatures op napa website.

  • Het onderwijsprogramma bestaat uit 10 blokken van 10 weken. De blokken zijn voornamelijk gerelateerd aan patiëntencategorieën:

    – Blok 1 De eerste stap op weg naar PA
    – Blok 2 Patiënt met inwendige aandoeningen
    – Blok 3 Patiënt met chirurgische aandoeningen
    – Blok 4 Acuut zieke patiënt
    – Blok 5 Chronisch zieke patiënt
    – Blok 6 Psychiatrische en neurologische patiënt
    – Blok 7 Oudere patiënt
    – Blok 8 Vrouw en kind
    – Blok 9 Verdiepingsmodule
    – Blok 10 Afstudeerfase
    In elk blok wordt aandacht besteed aan het verwerven van kennis, het trainen van vaardigheden, het uitvoeren van praktijkopdrachten en aan reflectie op werk- en leerervaring.

    In 6 van de 10 blokken loopt u stage op een andere afdeling. In 4 blokken voert u praktijkopdrachten uit op de eigen werkplek. Zo oriënteert u zich als PA in opleiding in de praktijk op de volle breedte van het medisch domein.
    Elke Hogeschool kan de volgorde van de blokken omdraaien, de eindcompetenties zijn gelijk.

  • Om de samenhang in het programma en de ontwikkeling van de benodigde competenties te waarborgen, kent het programma expliciete dwarsverbanden: de zogenaamde leerlijnen. Zo’n lijn komt in alle blokken terug.

    Het betreft:

    Klinisch redeneren: ontwikkelen van medische kennis via o.a. casuïstiekopdrachten.
    Medisch handelen: ontwikkelen van medische deelvaardigheden in deelpractica en via leeractiviteiten op stage- en werkplek.
    Wetenschap en onderzoek: kennismaken met principes, methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek.
    Persoon en beroep: ontwikkeling van de attitude en het leervermogen om zich als professional op masterniveau blijvend te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het PA-beroep.
    Werkplek en organisatie: ontwikkeling van de (werkplekgebonden) vaardigheden om als PA zelfstandig en als teamlid optimaal te kunnen functioneren in de snel veranderende gezondheidszorgcontext.

    Zie hierbij ook het Landelijke opleidingscompetentieprofiel zoals opgenomen op www.zorgmasters.nl

  • Tijdens uw opleiding wordt u zowel op de werkplek als op het opleidingsinstituut begeleid door een deskundige. Op de werkplek is dat de opleider/leermeester. Dit is een vakbekwame arts die door opleiding en ervaring in staat is de student op masterniveau te begeleiden. Tevens is hij/zij aanspreekpunt voor de hogeschool. De opleider kan een deel van zijn/haar opleidingstaken ook delegeren aan een andere arts. Daarnaast speelt hij/zij ook een rol bij het beoordelen van uw functioneren en van uw ontwikkeling als PA in opleiding.

    Vanuit de opleiding krijgt elk cohort studenten één of twee vaste begeleiders: de cohortcoördinatoren. Zij maken deel uit van het multidisciplinaire PA-opleidingsteam. Zij begeleiden werkgroepen en verzorgen een deel van de colleges en practica. Daarnaast wordt er regelmatig een beroep gedaan op specialisten uit de 1e en 2e lijn.

  • De opleiding duurt 30 maanden en bevat 150 ECTS. Eén ECTS staat voor 28 studiebelastinguren. Er zijn 10 blokken van 10 onderwijsweken met 42 studiebelastinguren per week.
    U hebt een contract voor 36 uur per week, maar besteedt officieel ruim veertig uur per week aan uw studie. Voor de studieactiviteiten (lesuren, stages, praktijkopdrachten en skillslab) staat gemiddeld 28 uur per week, voor het werk zestien uur, daarnaast nog een aantal uren zelfstudie. Veel studenten blijken in de praktijk in totaal ongeveer vijftig uur per week nodig te hebben.

  • Met ingang van 1 september 2016 wordt de graad ‘Master of Science (MSc)’ verleend aan alle afgestudeerde PA’s. Deze graad vervangt de oude graad Master Physician Assistant (MPA). De PA’s die voor 2016 zijn afgestudeerd behouden hun oude graad. De beroepstitel blijft voor iedereen ongewijzigd, namelijk Physician Assistant. Met ingang van 2018 is de beroepstitel in de wet BIG beschermd.

  • De IGJ ziet in haar toezicht regelmatig dat zorgverleners een beschermde titel gebruiken terwijl ze nog in opleiding zijn. Zo vermelden zorgverleners dat zij nog in opleiding zijn door de toevoeging ‘in opleiding’ of ‘i.o.’, bijvoorbeeld PAio (afkorting voor Physician Assistant in opleiding). De term Physician Assistant is echter beschermd en daarom is dit op basis van de Wet BIG niet toegestaan.

    Wanneer een zorgverlener een opleiding nog niet heeft afgerond, mag hij/zij de beschermde titel nog niet voeren. Ook niet met de toevoeging ‘in opleiding’ of ‘i.o.’. Dit geldt niet alleen voor PA’s. Zo mag een student geneeskunde niet de titel ‘arts in opleiding’ of ‘arts i.o.’ voeren. Dit is pas toegestaan na inschrijving in het BIG-register als arts. Ook het gebruik van specialistentitels of opleidingstitels is tijdens de opleiding niet toegestaan. Een basisarts mag zich geen ‘chirurg in opleiding’ of ‘chirurg i.o.’ noemen.

    De functieaanduiding ‘arts in opleiding tot specialist’ door een basisarts levert geen overtreding op omdat geen specialistentitel wordt gevoerd. Aios oogheelkunde is dus wel toegestaan. Dat geldt ook voor een verpleegkundige die in opleiding is tot verpleegkundig specialist. Vios is dus wel toegestaan.

    NAPA heeft in overleg met het Landelijk Opleidingen Overleg MPA afgesproken om niet meer de afkorting PAio te gebruiken, maar student PA.

    Bij titelmisbruik kan de inspectie direct een bestuurlijke boete opleggen.

Nog geen antwoord op je vraag?
Neem contact met ons op.